We maken gebruik van functionele cookies die minimaal nodig zijn om de website goed te laten werken. Met analytische cookies kunnen we het gebruik van deze website beter begrijpen en verbeteren. Je kan analytische cookies weigeren of aanvaarden.

Hoe we met deze informatie omgaan vind je terug in ons privacy- en cookiebeleid.

Deel op facebook
Deel op X
Deel op facebook
Deel op X
Ontdek het thema

Schittert jouw verhaal straks in het virtueel museum?

De historische collectie Agfa-Gevaert: een uniek stuk Vlaams industrieel en cultureel erfgoed

Welk thema of onderwerp moet het publiek straks zeker in het virtueel museum zien?

De historische collectie Agfa-Gevaert vertelt het verhaal van een bedrijf dat uitgroeide tot een wereldspeler, maar vertelt ook de geschiedenis van onze binnenlandse fotografie en van de industrialisering in de eerste helft van de 20ste eeuw. De collectie is heel divers en bevat allerlei objecten, onder meer de verschillende fotopapieren van Gevaert, verpakkingen, toestellen, maquettes, briefwisseling en demonstratie-albums. Het merendeel van de collectie stamt uit de periode van het bedrijf vóór de fusie van Gevaert met Agfa in 1964 (vandaar de benaming historische collectie Agfa-Gevaert). Sporen van de belangrijke economische, sociale en Vlaamse ontwikkelingen zijn overvloedig terug te vinden in de historische collectie Agfa-Gevaert, die hierdoor een monumentaal gewicht krijgt. De ontstaansgeschiedenis van deze verzameling is trouwens opmerkelijk. De historische collectie is geen zuiver bedrijfsarchief: het bedrijf zelf was er amper bij betrokken. Agfa-Gevaert had namelijk geen collectiebeleid: het waren in de eerste plaats (ex-)werknemers die zich engageerden om stukken te verzamelen. Zo valt het grote aandeel persoonlijke documenten en objecten in de collectie op, terwijl het archief van het bestuursniveau minder volledig is overgeleverd.

Welk bijzonder verhaal is gelinkt aan dit onderwerp?

In 1890 opende de tweeëntwintigjarige fotograaf Lieven Gevaert (1868-1935) samen met zijn moeder een fotografiezaak in Antwerpen. Gevaert stelde al snel vast hoe afhankelijk hij voor zijn (dure) fotopapier was van import uit het buitenland. Daarom besloot hij het voortaan zelf te maken. In 1894 kwam het resultaat – calciumpapier – op de markt en werd Gevaert omgedoopt tot de commanditaire vennootschap L. Gevaert & Cie. Het succes van Gevaerts fotopapier was enorm: (amateur)fotografen kwamen zich en masse bij hem bevoorraden, en dat terwijl de concurrentie in België eigenlijk heel groot was. Maar in tegenstelling tot de concurrenten had Gevaert terecht gegokt op fotopapier in plaats van fotoplaten als materiaal voor de toekomst. Fotopapier bood namelijk tal van voordelen: de productie ervan gebeurde niet meer manueel, de houdbaarheid van de producten was gewaarborgd, de benodigde apparatuur voor de fotograaf was eenvoudig én de verkoop kon via een distributienetwerk gebeuren. Door dat succes kon Gevaert in 1904-1905 in Mortsel een volledig nieuwe fabriek laten bouwen en zijn koppositie verstevigen. In het buitenland was de vraag naar het fotopapier van Gevaert eveneens groot, zodat het bedrijf er filialen kon openen. Samen met het succes groeide het aantal innovatieve papiersoorten en nieuwe producten. Na de Eerste Wereldoorlog bleef het bedrijf spectaculair uitbreiden: zo zag in 1920 de dochtervennootschap Gevaert Company of America het levenslicht en werd de firma omgevormd tot de NV Gevaert Photo-Producten. Na de overlevingsperiode die de Tweede Wereldoorlog inhield, stonden de jaren 1950 vooral in het teken van automatisering en verbreding van de doelgroep: het bedrijf richtte zich voortaan ook op de vakman en de professionele sector, zoals medische organisaties. Gevaert kende zijn absolute piek in 1964. In dat jaar vond de fusie met Agfa AG plaats. Het betekende meteen het eindpunt van een tot dan zuiver Belgische geschiedenis. Aanvankelijk Gevaert-Agfa en vanaf 1971 Agfa-Gevaert genoemd, was het bedrijf voor vijftig procent in handen van de holding Gevaert en voor vijftig procent in die van Bayer. In 1981 werd Bayer enige aandeelhouder van Agfa-Gevaert door Gevaert uit te kopen. Sinds de jaren 1980 en 1990 ligt bij Agfa-Gevaert de focus op digitalisering en beeldverwerking in de grafische en gezondheidsindustrie.

Waarom mag dit erfgoedverhaal niet ontbreken voor ons publiek in het virtueel museum?

In ons land bestaan geen collecties die met de historische collectie Agfa-Gevaert vergelijkbaar zijn. Wat fotografisch papier betreft, is er in heel Europa zelfs geen andere referentiecollectie te vinden. Ook op gebied van foto-industrie kent de historische collectie Agfa-Gevaert zijn gelijke niet: alleen het George Eastman House in New York, dat delen van het archief van Kodak bewaart, is mogelijk vergelijkbaar als archief. De geschiedenis van het fotobedrijf Agfa-Gevaert is stevig geworteld in zowel het Belgische economische landschap als in de 20ste-eeuwse samenleving. Terwijl de firma van eenvoudige huisnijverheid tot een heuse industriële wereldspeler uitgroeide, speelde ze een niet te onderschatten rol in de ontwikkeling van de fotografische industrie, op technisch én sociaal vlak. Zo droeg het bedrijf bij tot het democratiseringsproces van de fotografie: vanaf de jaren 1950 en 1960 kon zo goed als iedereen aan fotografie doen en werd een duidelijk onderscheid tussen amateur-, vak- en professionele fotografen mogelijk. Door de stevige concurrentie en wisselwerking met grote spelers als Kodak had Agfa-Gevaert een stevige poot in de technologische innovatie. Gevaert en later Agfa-Gevaert waren van heel groot belang voor de Belgische industrie. Het bedrijf excelleerde decennialang in de (wetenschappelijke en commerciële) ontwikkeling en democratisering van fotografische producten en processen. Daarnaast was Gevaert toonaangevend op het vlak van vernieuwende bedrijfsvoering en modern personeelsbeleid. Zo werd het arbeidsverlof ingevoerd en kwam er een fabrieksraad – maar liefst vier decennia vooraleer de Belgische overheid ondernemingsraden in 1948 wettelijk verplichtte. Ook inzake winstparticipatie door het personeel was Gevaert een pionier: al vanaf 1904 konden werknemers deelnemen in de winst van het bedrijf. In de Vlaamse beweging speelde het bedrijf eveneens een opvallende rol, vooral dan via de figuur van Lieven Gevaert. Zijn flamingante reflex kwam sterk tot uiting in de bedrijfsvoering: niet alleen stelde hij vanaf het prille begin Nederlands in als voertaal in de (Vlaamse) fabrieken, hij organiseerde ook jaarlijks feesten, voordrachten, liederavonden en Guldensporenoptochten, onder begeleiding van de in het bedrijf opgerichte Vlaamse Filharmonie. Zijn personeelsbeleid liet dezelfde Vlaamsgezinde geestdrift zien: Gevaert trok voor zijn bedrijf het economische en intellectuele kruim van de Vlaamse beweging aan. Sociaal speelde het bedrijf minstens een even belangrijke rol. Dat toonde zich vooral in een bloeiende cultuur van bedrijfsclubs. Gevaert maakte er een erezaak van om iedere werknemer wezenlijk aan het bedrijf te binden: nieuwkomers mochten zich geen nummer voelen, maar moesten het gevoel krijgen deel uit te maken van het grotere geheel.

Is het erfgoedverhaal verbonden met de plannen van jouw organisatie in 2024 en 2025? Zo ja, waarmee dan?

In 2024 werken wij verder aan de ontsluiting van de historische collectie Agfa-Gevaert. Het FOMU neemt de meest bevraagde onderdelen van de collectie (zoals de fotopapieren en -verpakkingen) als uitgangspunt en legt van daaruit linken naar de eigen FOMU-collectie. Zo komt begin 2024 de databank met alle papiersoorten van Gevaert online, en lanceren we een online documentaire en een artikelreeks over de historische collectie. In 2024 wordt ook het jubileum van de fabriek in Mortsel gevierd: het is dan 120 jaar geleden dat de bouw begon.

Met welke historische periode(s) is dit erfgoedverhaal verbonden?

Eerste helft 20ste eeuw (industrialisering), Tweede Wereldoorlog, industriële ontwikkeling jaren 1950 en 1960.

Met welke plaats(en), voorwerpen of erfgoedelementen is dit erfgoedverhaal verbonden?

Met de stad Mortsel (eerste fabriek en hoofdzetel van het bedrijf), waar de fabrieksschoorsteen als erfgoedelement mee het zicht van de stad bepaalt. Gevaert is ook verbonden met het FOMU, dat haar ontstaan te danken heeft aan een gift vanwege Agfa-Gevaert in de jaren 1970. Vanwege de omvang en de diversiteit van de historische collectie Agfa-Gevaert wordt de verzameling ook op verschillende locaties bewaard naargelang het profiel van de bewaarplaats. Zo zijn er onder meer delen van de historische collectie te vinden bij het bedrijf Agfa nv en bij het ADVN | archief voor nationale bewegingen.

Kun je enkele weblinks meegeven naar achtergrondmateriaal?

https://fomu.be/kijk-en-lees/het-gevaert-papierproject-ontsluiten-van-een-historische-collectie / https://faro.be/sites/default/files/bijlagen/blog/fomu_gevaertarchief_web.pdf

Deze afbeelding is in hoge kwaliteit beschikbaar

Ja

We beschikken over de rechten van dit beeld/kregen toestemming van de rechthebbende(n) voor het gebruik van deze afbeelding.

Ja