
Schittert jouw verhaal straks in het virtueel museum?
Schittert jouw verhaal straks in het virtueel museum?
Op 12 maart 2024 lanceerden we FAAM, het virtuele museum van Vlaanderen, met verhalen die voortbouwden op voorstellen van vele erfgoedcollega's. Wil je jouw cultureel erfgoed laten schitteren in het museum? Bezorg ons dan jouw voorstel via het formulier hieronder.
Deze verhalen werden reeds ingediend

De personenverhalen van het In Flanders Fields Museum
De grote en de kleine geschiedenis van mensen die in de Eerste Wereldoorlog leefden, overleefden, op de vlucht sloegen en soms ook stierven

De Lakenhallen van Ieper, meervoudig icoon
De heropgebouwde Lakenhallen van Ieper zijn een belangrijk symbool van oorlogsleed en van wederopstanding. Het In Flanders Fields Museum en het Yper Museum zijn er in onder gebracht.

Parels en pailletten
Lierse kant is handborduurwerk op machinaal geweven tule. De tule is opgespannen op een raam. De katoenen draad wordt met een haaknaald via kettingsteken op de tule geborduurd. Deze Lierse kant wordt over heel Europa en zelfs naar Amerika uitgevoerd. Vooral de variant met parels en pailletten die verwerkt worden in luxueuze handtassen en avondjurken kent een groot succes.

Fierteltraditie in Ronse
Immaterieel Erfgoed in Vlaanderen: de traditie van religieuze ommegangen/bedevaarten in Vlaanderen.

Handboekbinden en restauratie van papier en boekwerken
Het handboekbinden en de herstelling en restauratie van papier en boekwerken op kleine schaal voor het grote publiek.

Theobalds Boothuisje in de Vlaanderenstraat, t'smalste Art-nouveau pand van Oostende
Theobalds Boothuisje is een Klein Museum, een Galerie en het Atelier van beeldend kunstenaar Irène Philips.

De kunst van het maken van spekken
Een spek is snoepgoed dat in Vlaanderen ook nonnenbil of meiskesvlees genoemd wordt. Een andere naam ervoor is witte drop of slappe Jan. In het Engels heet het marshmallow. Marshmallows zijn sponsachtige snoepjes die in allerlei vormen voorkomen, vaak met een roze of witte kleur. Ze worden gemaakt uit suiker of maïsstroop, geweekte gelatine, Arabische gom en smaakstoffen. Deze ingrediënten worden samen opgeklopt tot een sponzig geheel, wat de basis vormt voor de marshmallow.

De Liermolen in Grimbergen
De Liermolen in Grimbergen, afdeling van het MOT, krijgt in 2024 met de steun van Vlaanderen een totale make-over. Alle gebouwen worden gerestaureerd en krijgen deels een nieuwe invulling, onder meer als erfgoedlogies. Het wordt een unieke beleving om te logeren in de voormalige molenaarswoning met werkende graanwatermolen te midden van een actieve museumsite. Aan de overkant van het erf komt een trekkershut voor de bedevaarders op weg naar Compostella. Het MOT heeft aan de Liermolen een educatieve werking met stages Vakwerk, een bijenhal in vakwerk waar imkers demonstaties houden, een bakhuis waar het brood gebakken wordt, een watermolen waar molenaars graan malen en een Wan-kot in vakwerk waar we graan dorsen en wannen. In de grote schuur, momenteel een Open depot van karren en wagens, komen na de restauratie hedendaagse workshop- en tentoonstellingszalen. Er wordt een onthaalpunt ingericht waar bezoekers info krijgen over het erfgoed en de natuur in de Maalbeekvallei.
.jpg)
Kunstwerkstede De Coene, een van de belangrijkste houtverwerkende bedrijven van België
Het thema creatief design en productontwikkeling voert ons terug tot de middeleeuwse ambachten en is van belang voor heel de beeldvorming van Vlaanderen door de eeuwen heen.

Velofanfares, het verhaal van een vergeten geschiedenis
Fietsend musiceren, een in hoofdzaak Vlaamse traditie. Ik beschik over uniek beeldmateriaal. Een link met bewegend beeld behoort ook tot de mogelijkheden.
In deze aanvraag laad ik een prachtige actiefoto op van de wedstrijden voor velofanfares die er op het Wapenplein te Oostende op 21 juni 1931 werden gehouden. We zien Velofanfare Hoboken uit Hoboken in grote getale tijdens hun deelname. De befaamde fotograaf Maurice Antony maakte dit beeld op glasplaat. Ik ging de bijzondere toestemming om deze foto te gebruiken in mijn boek, vragen aan de 95-jarige dochter Elise Antony en verkreeg ze. Misschien moet ik bijkomende toestemming vragen om ze te gebruiken in het virtueel museum, eerst zou ik daarvoor te rade gaan bij Heemkundige Kring De Plate die mij hierbij (Elise Antony) bij stond.
Gedurende meer dan twee en een half jaar zocht ik in muffe dozen van heemkundige kringen en stadsarchieven en viel van de ene in de andere verbazing. Ik vond steeds meer eigenaardigheden, foto's, documenten, verhalen en namen van nog meer velofanfares die er bij ons hebben bestaan.
De 'tijdelijke' tombe van Robrecht van Béthune in de Sint-Maartenskathedraal in Ieper
We schrijven begin 14de eeuw. Graaf van Vlaanderen Gwijde van Dampierre en zijn zoon Robrecht van Béthune verzetten zich hevig tegen de annexatieplannen van de Franse koning Filips IV de Schone. De Franse vorst zet hen daarom gevangen. Na de dood van vader wordt Robrecht vrijgelaten. De Fransen dwingen hem wel om het nadelige Verdrag van Athis-sur-Orge (1305) te ondertekenen. Het graafschap Vlaanderen moet enorme herstelbetalingen doen aan de Franse koning. Na zijn vrijlating in 1305 verblijft Robrecht van Béthune regelmatig in zijn residentie aan het Zaalhof in Ieper. Hij houdt diplomatiek en militair lange tijd stand tegen de Franse koning. Mede onder druk van zijn kleinzoon Lodewijk II van Nevers geeft de bejaarde graaf Robrecht de strijd op. In april 1320 brengt hij in Parijs leenhulde aan de Franse koning. Robrecht van Béthune overlijdt in zijn grafelijke residentie op het Zaalhof in Ieper op 17 september 1322. Hij krijgt een graf in de kapittelkerk van Sint-Maarten in Ieper.

Hasselt Hertekend
Tot midden 19de eeuw kenmerkt Hasselt zich als een middeleeuws omwald stadje. De erkenning als provinciale hoofdstad in 1839 en de afbraak van de stadsomwalling zorgen voor een keerpunt in de geschiedenis. Een nieuwe boulevard rond de stad, een spoorlijn en een kanaal vormen de basis voor de latere stadsontwikkeling. Vanaf het midden van de 19de eeuw wordt Hasselt ‘hertekend’ tot de stad die we vandaag kennen.
In de expo ‘Hasselt Hertekend’ (2023) in het Cultuurcentrum Hasselt illustreert Architectuurwijzer hoe de stad is gegroeid doorheen drie periodes: de 19de-eeuwse stadsontwikkeling rond de boulevard (1839-1914), de 20ste-eeuwse stadsuitbreiding met karakteristieke interbellumarchitectuur (1918-1940) en de naoorlogse welvaartsperiode met grootschalige gebouwen en infrastructuren (1945-1979). Zo ontstaat een lezing van de stad in drie historische lagen met een eigen tijdsgeest en typerende gebouwen. Deze lezing helpt om de historische waarde en de ruimtelijke betekenis van het Hasselts erfgoed uit elke periode te begrijpen. Alle tekeningen, teksten, foto’s en archiefmateriaal uit de expo zijn op een website verzameld als naslagwerk.
Bijzondere aandacht gaat naar de historische en architecturale kwaliteit van de typische stadswoningen uit de interbellumperiode. Huis Douchar en Huis Gilissen van de befaamde Belgische architecten Léon Stynen en Huib Hoste vormen belangrijk beschermd erfgoed uit deze periode. Geveltekeningen en detailfoto’s tonen wat de interbellumwoningen samen betekenen voor het stadsbeeld van Hasselt.

Antonia Engelen, vrome vrouw, begijn
Begijnen zijn vrouwen die sinds de 13de eeuw een gemeenschap vormen waarin ze zelfbewust samenleven. In hun zoektocht naar een veilige geaccepteerde woonvorm en een manier om hun vrouwelijke spiritualiteit te beleven ontstaan de begijnhoven. Ze bloeien vooral in de Lage Landen. Vandaag vormen deze plekken nog steeds eilandjes in het stedelijke weefsel die getuigen van de fascinerende traditie van de begijnen.

: Collectie strafrechtelijke voorwerpen Veurne
De stad Veurne bezit een unieke verzameling gerechtigheidsvoorwerpen of schandstrafstukken. De collectie dateert uit de periode 1499-1623.
Waarschijnlijk zijn de voorwerpen afkomstig uit de Vierschaar van de stad zelf of van de Kasselrij Veurne. Deze schandstrafstukken zijn zeer unieke voorwerpen uit de geschiedenis van Vlaanderen.
De collectie bestaat uit 11 geelkoperen stukken, namelijk 7 platen met opschriften, 2 afbeeldingen van hoofden, en 2 afbeeldingen van handen.
De voorwerpen vertegenwoordigden zware financiële straffen voor wie die opgelegd kreeg. De voorwerpen werden tentoongesteld in de Vierschaar en bleven zo jarenlang een schande voor de veroordeelde zelf, maar ook voor zijn familie.
De koperen hoofden met (ontbrekende) ring of slot door de lippen, betekenden een straf voor aansporen tot oproer, voor het beledigen van God, voor smaad of laster tegenover ambtenaren die de stad bestuurden of het gerecht vertegenwoordigden.
De handen, gebalde vuist of hand die een (ontbrekende) dolk vasthoudt staan symbool voor wie lichamelijk geweld heeft gepleegd.
De begeleidende platen vermeldden de naam van de veroordeelde, de reden van de veroordeling en het vonnis met datum. De gerechtigheidsvoorwerpen waren dus bedoeld als voorbeeld voor het volk en als eerherstel voor het slachtoffer, en tentoongesteld voor het volk. De voorwerpen verwijzen dus zeker niet naar verminkingen zoals eerder in de vroege Middeleeuwen.
De stukken worden bewaard in het vroegere Stadhuis van Veurne, ingericht als museum.
De Vierschaar is het gerechtelijk bestuur in Vlaanderen tijdens de Middeleeuwen en het Ancien Régime.
.jpg)
Rubens extra muros
Rubens' werken geraakten verspreid over heel de wereld. Ook in Vlaanderen zelf zijn heel wat werken van hem te bezichtigen. Nu het Rubenshuis gesloten is, is dit de ideale gelegenheid om Rubens extra muros te verkennen.

De Codex Eyckensis, het oudste boek van België
De Codex Eyckensis is het oudste bewaarde verluchte evangelieboek in België, Nederland en Luxemburg. Het uit twee delen bestaande perkamenten handschrift zou geschreven en verlucht zijn door een monnik in de tweede helft van de 8e eeuw. Het behoorde eens tot de vroegmiddeleeuwse abdij van Aldeneik aan de Maas, en wordt sinds 1571 bewaard in het nabijgelegen Maaseik. De Codex Eyckensis illustreert en symboliseert de zgn. tweede kersteningsgolf, toen Angelsaksische missionarissen zoals Bonifatius door Rome naar de Frankische en heidense gebieden in Noordwest- Europa werden gezonden om daar het christelijk geloof te verspreiden en kloosters te stichten. Vergelijkend onderzoek met andere gelijkaardige codices wees uit dat de Codex Eyckensis wellicht werd vervaardigd in het door Willibrordus gestichte klooster in Echternach (nu Luxemburg) en dat het van daaruit in het vrouwenklooster van Aldeneik is beland. Dergelijke codices werden gebruikt om het woord van God te prediken onder te bekeren volkeren. Dit proces vormde de motor voor de kerstening van Noordwest-Europa en dus ook het huidige Vlaanderen. Het christelijk geloof zou tot de dag van vandaag het leven, denken en doen van de bevolking aldaar sterk bepalen.

Ontstaansgeschiedenis van Museum Dhondt-Dhaenens
De ontstaansgeschiedenis van Museum Dhondt-Dhaenens en het verhaal van stichters Jules en Irma Dhondt-Dhaenens. De historische collectie van het museum is een tijdscapsule die het verhaal vertelt van een geëngageerd mecenaskoppel. Irma en Jules Dhondt-Dhaenens kochten kunst vanuit een sterke band met de kunstenaars en de Leiestreek en zetten zich in voor de bevordering van het Vlaamse cultuurlandschap. Hun collectie is een verrassende dwarsdoorsnede aan stijlen en kunstenaars, ook al is die in de kern vooral bekend voor de Latemse scholen.

Oudenaardse wandtapijten als relatiegeschenk in de Spaanse Nederlanden.
Het wandtapijt ‘Alexander voor de hogepriester Iaddo’, afkomstig uit de reeks wandtapijten met scenes uit het leven van Alexander de Grote. De reeks Alexander-wandtapijten bevindt zich momenteel in de collectie van het MOU – Museum Oudenaarde, en bestaat uit vier verschillende werken: ‘Alexander voor de hogepriester Iaddo’, ‘Alexander wordt een kroon aangeboden’, ‘Alexander op het slagveld’ en ‘Het legerkamp bij de rivier Granikos’, allen te dateren tussen 1580-1590 , binnen de Spaanse Nederlanden. Het MOU is wat betreft de collectie wandtapijten uniek in Vlaanderen: geen enkel ander Vlaams museum biedt een representatief overzicht van Oudenaardse wandtapijten. Tegelijkertijd is deze collectie ook representatief voor de Vlaamse tapijtweefkunst en haar verschillende genres. Oudenaarde wandtapijten werden niet alleen geproduceerd als exportproduct van de hoogste klasse, maar ook als het relatiegeschenk bij uitstek.

Jeneverstoker in Hasselt vindt vaccin tegen runderpest uit
Midden 19de eeuw telt Hasselt één betekenisvolle industrie die het merendeel van de Hasseltse bevolking tewerkstelt: de jeneverindustrie. In ca. 25 jeneverstokerijen in de kleine binnenstad worden jaarlijks ruim 7.000 ossen vetgemest met de draf: het voedzame restproduct van de jeneverproductie. Jaarlijks brengen de Hasseltse stokers de ossen op de markt, die zo een enorm belangrijke extra bron van inkomsten waren voor de stokers. In 1836 brak helaas voor het eerst de 'veepest’ uit in Hasselt, een catastrofe voor de stokers én de inwoners van Hasselt. Deze epidemie trof toen ook het vee van de vader van de Hasseltse dr. Louis Willems die jeneverstoker was. In 1852 introduceert dr. Willems een procedé van actieve inenting die een plaatselijke infectie veroorzaakt waardoor het dier beschermd wordt tegen de natuurlijke ziekte. De "uitvinding" van dr. Willems vindt al vlug internationale erkenning in Nederland, Frankrijk, Engeland en Duitsland. Belgische erkenning komt er pas in 1865.
Het Tourpeloton in de schaduw van de eerste wielerpioniers.
De allereerste officiële wielerwedstrijd in België op 20 juli 1868 in het Jubelpark te Brussel.
Vrouwen emancipatie binnen de liberale beweging
Het verhaal past in de bredere emancipatiebeweging in Vlaanderen. Het beantwoordt de vraag op welke manier vrouwen zich hebben verenigd in het verleden om hun stem te laten horen.

Pioniers in het Waasland
Ondernemingszin en politiek engagement. De stempel die geestelijke ordes drukten op de middeleeuwse samenleving is niet alleen van religieuze aard.

Door de Gandrien-route ontdek je Gent maak je kennis met de Gentse en Vlaamse wielergeschiedenis
De Gandrien een wandel -en fietsroute bestemd voor een breed publiek geïnteresseerd in de Vlaamse wielergeschiedenis. Het verbindt Gentse plekken met historische feiten maar biedt vooral verhalen.
.jpg)
Stucwerkplafonds van Jan Christiaen Hansche
In de Abdij van Park in Leuven vind je drie uitzonderlijke stucwerkplafonds van Jan Christiaen Hansche. In de tweede helft van de 17de eeuw liet abt Libert de Pape de plafonds van de refter, de bibliotheek en de ontvangstruimte rijkelijk versieren. De figuren komen letterlijk los van het plafond. Hanscha had als geen ander de driedimensionaliteit in de vingers waardoor zijn figuren als volleerde ruimtevaarders tegen het plafond lijken te hangen. De plafonds zijn van zo'n technisch vernuft dat het de meester-kalksnijder Jan Christiaen Hansche naam en faam verleenden in Vlaanderen en Brussel.