Schittert jouw verhaal straks in het virtueel museum?

De ontstaansgeschiedenis van Museum Dhondt-Dhaenens en het verhaal van stichters Jules en Irma Dhondt-Dhaenens. De historische collectie van het museum is een tijdscapsule die het verhaal vertelt van een geëngageerd mecenaskoppel. Irma en Jules Dhondt-Dhaenens kochten kunst vanuit een sterke band met de kunstenaars en de Leiestreek en zetten zich in voor de bevordering van het Vlaamse cultuurlandschap. Hun collectie is een verrassende dwarsdoorsnede aan stijlen en kunstenaars, ook al is die in de kern vooral bekend voor de Latemse scholen.

Jules Dhondt (1889–1969) had een neus voor zaken. De oprichting van vzw Stichting Jules Dhondt in 1964 had als doel “de middelen te verschaffen om actief bij te dragen tot de ontwikkeling van het bewustzijn van de Vlamingen als volksgemeenschap én het verheffen van het peil van hun kultuur”. Zich ervan bewust dat hij zijn fortuin en welstand te danken had aan het Vlaamse volk, wilde hij iets teruggeven. Zo groeide het idee om een openbaar museum te openen. Jules Dhondt kocht de kunstwerken – die later aan het museum geschonken werden – onder andere bij Galerie Georges Giroux (GGG), tijdens de veilingen van het Paleis voor Schone Kunsten en van de kunstenaars zelf. Door hun interesse in kunst, hun ondernemingszin en het ontbreken van een nageslacht ontstond de wens om een eigen museum te bouwen voor hun kunstcollectie. Het museum is een voor die tijd opmerkelijk modern ontwerp van architect Erik Van Biervliet en opende op 30 november 1968 in Deurle – pal naast de villa van het koppel.

Het ontstaan van het museum vanuit een particulier verzamelaarskoppel met een passie voor kunst en cultuur is een erg relevant hedendaags thema. Ook vandaag oefent Museum Dhondt-Dhaenens nog een grote invloed uit op het hedendaagse kunstlandschap met tentoonstellingen die de historische collectie verbindt met hedendaagse thema's en kunstenaars. Er zijn ook nog heel wat onontgonnen verhalen die te ontdekken zijn en te linken zijn aan zowel het industriële verleden (Jules Dhondt was een fervent ondernemer en had een aantal fabrieken) als kunsthistorische verleden.