Hasseltse speculaas. Feit en fictie
Welk thema of onderwerp moet het publiek straks zeker in het virtueel museum zien?
Over Hasseltse speculaas worden er diverse ontstaansverhalen verteld. Maar zijn het alleen stadslegendes of zit er toch een grond van waarheid in de verhalen? Eén van de verhalen geeft een duidelijke binding met de voormalige Abdij van Herckenrode en geeft ons tevens een beeld van hoe materieel en immaterieel erfgoed met elkaar verbonden kunnen zijn!
Welk bijzonder verhaal is gelinkt aan dit onderwerp?
Op de hoek van de Hasseltse Aldestraat en de Hoogstraat stootte je in de 19de eeuw op bakkerij Li(e)ben in het pand De Gulden Poort (Hoogstraat – zuidelijk hoekhuis met de Aldestraat), drie generaties lang.
De bekendste was Christiaan Lieben die geboren werd op 15 mei 1796 in Hasselt. De naam Lieben wordt zelfs vernoemd in de ontstaansgeschiedenis van de Hasseltse speculaas. Zo ook vermeld in de publicatie over 70 jaar Koninklijke Verenigde Brood- en Banketbakkers van Hasselt 1916-1986 (1986, 44p.). De bakkerij werd in de volksmond ook 'de pasteiwinkel van Herkenrode' of ‘de bekker van Herckenrooi’ genoemd.
Om dit te begrijpen moeten we naar de vader van Christiaan verwijzen: Willem of Wilhelmus Lieben. (Rijkhoven 2/10/1754 – Kuringen 14/09/1822) was bakker op Herckenrode. Samen met zijn broer Christianus (molenaar) behoorde hij alzo tot het dienstpersoneel van de abdij. Hij huwde te Kuringen op 29 november 1795 met Maria Joseph Mignon uit Rummen, eerste kamermeisje van de abdis te Herckenrode. Haar zus was er tweede kamermeisje en ook haar broer, Peter Mignon, was er werkzaam als tweede kwartierhovenier (meer info beschikbaar via ASG-onderzoek over de banketbakker Lieben door Robrecht Penders).
Naar alle waarschijnlijkheid leerde Willem van enkele Waalse “Cisterciënzerinnen” (heimwee naar de vroegere lekkernijen van “bij hen thuis”…?) het recept voor ‘spéculation préparée à la maison’ kennen.
Deze bereiding was volgens volkskundige Pinon Roger [1920-2012, een internationaal bekende volkskundige uit het Luikse die meer dan 300 artikels en boeken publiceerde, veelal over de folklore in Wallonië. Hij was lid van de Academie voor de Streekgebonden Gastronomie van 1986 tot 2000 en was tevens de binding voor de ASG met het Musée de la Vie Wallonne] in het Luikse, zeker al van begin 18de eeuw, gekend. Deze speculaas “à la maison” was ook geliefd bij de gegoede burgerij aldaar (vanwaar tal van zusters van Herkenrode ook afkomstig waren) en werd toen ook al onder de “homp-vorm” gebakken…. Vanaf eind jaren 1800 ook bekend onder de benaming “spéculation de Liège”.
Na de invallen van het Franse bezettingsleger in 1794 werden onze streken permanent door Franse troepen bezet en liep stilaan de abdij leeg (op 13 december 1796 gaven de Franse bezetters de opdracht de abdij definitief te ontruimen en in 1797 werd deze opgeheven). Ook diende het personeel ander werk te zoeken. Mede dank zij Gerard Wilsens kon Willem Li(e)ben in 1795 in “De Gulden Poort” met een bakkerij starten waar dan ook zijn zoon Christiaan Nicolas Lieben (Hasselt 15 mei 1796 - 13 april 1877) werd geboren. Het was Christiaan die later als bakker een recept voor zachte speculaas van zijn vader op punt stelde ca. 1830. Maar we weten niet of dat reeds voor 100% de ons bekende Hasseltse speculaas was…
De derde generatie bakkers trad aan met Guillian (Guillaume Chretien Hubert Liben – roepnaam Willem - °Hasselt 18 dec 1844), de zoon van Christiaan (na het overlijdens van diens eerste echtgenote Maria Jans) en Julia Slangen Hij zette de banketbakkerij van zijn vader verder in het pand tot hij vroeg en kinderloos stief in het jaar dat hij op 24 juni 1882 met Marie-Anne Dirickx uit Borgloon huwde.
Wat er ook van weze, tal van andere bakkers volgden en het recept voor ‘spéculation préparée à la maison’ vormde dan ook de basis voor de Hasseltse speculaas die zijn oorsprong vond bij de productkennis van onze Hasseltse bakkers die ze haalden bij de Hasseltse stokers die eind 18de eeuw al volop experimenteerden met het maken van elixirs… Zo werd er melasse suiker in plaats van of “met” suiker of honing gebruikt. Melasse is een zoetstof die wordt gevormd als bijproduct van de suikerproductie. Melasse is beduidend minder zoet dan suiker, maar voegt wel meer diepte qua smaak toe. Dit was bij de Hasseltse stokers welbekend bij het maken van diverse likeuren en want zij kenden al het distilleren van de melasse van suikerriet en/of -biet tot een “vieux”, een imitatie van cognac en vergelijkbaar met rum …Later dan ook vervangen door “bruine suiker” (“potsuiker”) en “kandijsuiker” of cassonade, naar de gebruikte receptuur…
En er waren ook bakkers die naar een eigen smaak zochten door bv. de toevoeging van enkele druppels vanille-extract … Hierdoor (via kwantitatief onderzoek van Jo Tuts, als grootmaatschalk van de Orde Hasseltse Speculaas, ook bevestigd) ontstond er een eigen speculaas, de “spéculation de Hasselt” die erg gelijkend was op de hedendaagse malse Hasseltse speculaas en die de echte Hasselaren “Hesselse speclââs” noemen in al zijn variaties zoals met of zonder amandelen.
Wie dé uitvinder is van de echte Hasseltse speculaas, de “Spéculation de Hasselt”, kan niemand meer achterhalen. Toch zitten er enkele belangrijke feiten in het verhaal over de speculaas van Christiaan Lieben. Als banketbakker had Christiaan zijn winkel op de zuiderhoek Hoogstraat-Alderstraat tegenover het pand van Franciscus Deplée, vader van Jean of Joannes Antonius Deplée (1832-1919) die aanvankelijk als likeurstoker in de leer was vooraleer op dit adres later de banketbakkerij verder te zetten. In 1870 vroeg Jean of Joannes Antonius Deplée een brevet aan voor zijn Spéculation de Hasselt, maar dat werd hem geweigerd. Er bestonden te veel gelijkaardige producten. Uiteindelijk werd zijn koek erkend als “Spéculation Deplée”.
Dit is ook het adres waarop we later Louis Dussart (1843-?) aantreffen. Louis was vanaf 1869 één van de bakkersknechten van Christiaan die na de dood van zijn leermeester er een eigen bakkerij begon.
In feite is het een kettingverhaal dat uiteindelijk tot het hedendaags recept, in al zijn variaties, leidde. Daarbij is het een feit dat de Fam. Deplee de Hasseltse speculaas dank zij een quasi industriële productie een commerciële uitstraling gaf tot ver buiten de stadsgrenzen.
Van in de tweede helft van de 19de eeuw zien we dat bijna alle bakkers van Hasselt hun eigen recept van Hasseltse speculaas hadden (al dan niet met amandelschilfers) …zonder dan nog de familiale variaties er bij te tellen.
Waarom mag dit erfgoedverhaal niet ontbreken voor ons publiek in het virtueel museum?
De Hasseltse speculaas had zich ontwikkeld tot een echte streekspecialiteit!
Met welke historische periode(s) is dit erfgoedverhaal verbonden?
Einde 18e eeuw - nu
Met welke plaats(en), voorwerpen of erfgoedelementen is dit erfgoedverhaal verbonden?
Hasselt, Luik
Kun je enkele weblinks meegeven naar achtergrondmateriaal?
- Zie ook het recept van Mw Aline Deplee - Vaes, zoals mevrouw Viviane Biot–Byvoet het de ASG bezorgde in Terroir (= ASG-blad) nr 119, 2014-2015, nr. 2-3, pag. 107-116
- Over de Hasseltse Speculaas met recept in J. Collen en J. Lambin: “Oude gebruiken en Gerechten uit Limburg”, uitg. De Nederlandsche Boekhandel, Kapellen, 1977, 175 pag., p. 147.
- Jacques Collen: “Lekker Limburgs – historische recepten met hedendaagse ingrediënten”, uitg. CODA, Antwerpen, 1994, 184 pag., Hasseltse speculaas (recept bakkerij Cox-Tuts, pag. 153-154)
- Jacques Collen & Raymond Rutten: “Culinaire herinneringen aan Hasselt – de hoofdstad van de smaak”, uitgave Erfgoedcel Hasselt, 2006, 93 pag.; over de Hasseltse speculaas op pag. 59-60
- Verdere bronnen: Hasselt intra Muros, het Studiecentrum Herkenrode, Robrecht Penders, de Bevolkingsregisters Hasselt, de persoonlijke documentatie- en studiebundel “Verhalen van Hasseltse banketbakkers” van Jo Tuts, het ASG-Archief en Studiecentrum voor Gastronomie en Toerisme, …