Emile Wambach (Aarlen, 1854 - Antwerpen, 1924): oorlogscomponist en gecontesteerd conservatoriumdirecteur
Emile Wambach (Aarlen, 1854 - Antwerpen, 1924): oorlogscomponist en gecontesteerd conservatoriumdirecteur
Welk thema of onderwerp moet het publiek straks zeker in het virtueel museum zien?
De oprichting in 1867 van de Vlaamsche Muziekschool met de jonge componist-dirigent Peter Benoit (1834-1901) aan het hoofd, is van grote betekenis voor de Vlaamse cultuurgeschiedenis. De school - vanaf 1897 Koninklijk Vlaams Conservatorium - was de eerste instelling waar jongens en meisjes in het Nederlands een hogere opleiding muziek en toneel konden volgen. Sindsdien zijn er vele generaties musici, componisten, acteurs, woordkunstenaars en later ook dansers afgestudeerd, die het Vlaamse cultuurleven kleur(d)en. Uit het Antwerps Conservatorium ontstonden ook het kunstencentrum deSingel en de instrumentencollectie van het Museum Vleeshuis. In 1867 aanvaardde Peter Benoit het directeurschap van de Antwerpse Ecole de Musique op voorwaarde dat hij deze school onder de naam Vlaamsche Muziekschool van Antwerpen kon inschakelen in de Vlaamse muziekbeweging. Benoits visie op muziek, zijnde de inschakeling ervan in de V.B., lokte heel wat tegenstand uit. Ook het belang dat hij hechtte aan de nationaal-culturele aspecten van de opleiding, contrasteerde sterk met de uitsluitend technisch-muzicale accenten in de opleiding aan de traditionele conservatoria. Vandaar dat de school pas door het Koninklijk Besluit van 28 juni 1898 erkend werd als 'Koninklijk'. Meteen werd het Koninklijk Vlaams Conservatorium de eerste Belgische instelling van hoger onderwijs waar het Nederlands de officiële voertaal was. Het mocht dan ook het predikaat 'Vlaams' als een voorrecht in zijn naam bewaren. Geïnspireerd door Duitse voorbeelden ontwierp Benoit als eerste directeur een eigen Algemeen Leerplan dat hij in 1900 publiceerde, maar dat nooit volledig toegepast werd. Het voorzag onder meer in drie afdelingen: een voorbereidende afdeling, een conservatoriumafdeling en een hogeschool. Onder de opvolgers van Benoit als directeurs, namelijk Jan Blockx (1901-1912), Emiel Wambach (1912-1924), Lodewijk Mortelmans (1924-1933), Flor Alpaerts (1933-1941), Jef van Hoof (1942-1944), Lodewijk de Vocht (1944-1952), Flor Peeters (1952-1968), Eugène Traey (1968-1980), Kamiel Cooremans (1980-1991) en Michaël Scheck (1991-1995) bleef het Koninklijk Vlaams Conservatorium steeds een van de belangrijkste centra van de Vlaamse muziek. Toch had het vaak met tegenwerking af te rekenen. Zo werden eerst in 1922 de bezoldigingen van de leraars gelijkgesteld met die van de andere koninklijke conservatoria. Ook zou het tot in 1968 duren eer het gebouw aan de Sint-Jacobsmarkt dat in 1886 als 'voorlopig' onderkomen aan de school was toegewezen, kon geruild worden voor het nieuwe gebouwencomplex dat onder de benaming de Singel aan de voormalige Wezenberg werd opgetrokken. De bibliotheek waarvan de grondslag in 1874 werd gelegd, mede door schenkingen en legaten, is uitgegroeid tot een der belangrijkste in het land; zij bevat onder andere meer dan tienduizend handschriften van Belgische en vooral Vlaamse componisten. De concertvereniging van het Koninklijk Vlaams Conservatorium die in feite teruggaat tot 1881 maar die, na heel wat hoogten en laagten, werd heropgestart in 1935, schenkt geregeld aandacht aan het werk van Vlaamse toondichters uit heden en verleden. Verschillende belangrijke verenigingen waaronder de Koninklijke Vereni
Welk bijzonder verhaal is gelinkt aan dit onderwerp?
Na zijn studies aan Benoits Muziekschool maakte Emile Wambach als componist, leraar en dirigent een mooie carrière in het Antwerpse muziekleven. Als componist kende hij zijn grootste succes met de opera 'Quinten Massys' die in 1899 in de Vlaamse Opera werd gecreëerd. Ondertussen was hij kapelmeester van de Kathedraal en leraar aan het Conservatorium dat hij vanaf 1912 als directeur zou leiden. Die benoeming werd door de Vlaamsgezinden zeer gecontesteerd omdat men hem wegens zijn geboorteplaats als een Waal beschouwde. En dat hij eerder zijn kandidatuur had gesteld als directeur van het Conservatoire van Luik, had zijn zaak ook geen goed gedaan. De Eerste Wereldoorlog bracht hij als oorlogsvluchteling door in Nederland, Engeland en Frankrijk. In die periode schreef hij een opmerkelijke reeks oorlogsliederen en -koren waarmee hij de Duitse inval en bezetting aanklaagde en zijn landgenoten een hart onder de riem stak. Niettegenstaande hij zich niet alleen als componist, maar ook als dirigent en violist verdienstelijk maakte met benefietconcerten voor oorlogsslachtoffers werd het hem zeer kwalijk genomen dat hij zijn Conservatorium 'in de steek liet'. Maar als geen ander heeft Wambach een grote artistieke bijdrage geleverd om, vanuit ballingschap, de oorlogsinspanningen van zijn land moreel te ondersteunen en om, na zijn terugkeer in 1919, de oorlog te memoreren.
Waarom mag dit erfgoedverhaal niet ontbreken voor ons publiek in het virtueel museum?
Het is een minder gekend verhaal uit de Vlaamse muziekgeschiedenis en bovendien zijn Wambachs oorlogscomposities een uniek tijdsdocument: ze vormen een opmerkelijke en te weinig gekende muzikale kroniek van de Eerste Wereldoorlog.
Is het erfgoedverhaal verbonden met de plannen van jouw organisatie in 2024 en 2025? Zo ja, waarmee dan?
Naar aanleiding van de honderdste verjaardag van zijn overlijden, herdenken we Emile Wambach in 2024 met uitvoeringen van zijn werken, partituuruitgaven en een studiedag.
Met welke historische periode(s) is dit erfgoedverhaal verbonden?
romantiek / Eerste Wereldoorlog
Met welke plaats(en), voorwerpen of erfgoedelementen is dit erfgoedverhaal verbonden?
Antwerpen (Koninklijk Vlaams Conservatorium, Koninklijke Vlaamse Opera, Onze-Lieve-Vrouwekathedraal) / partiturenAntwerpen)partituren
Kun je enkele weblinks meegeven naar achtergrondmateriaal?
https://www.youtube.com/watch?v=G9M5I9rw55Q / https://repertoire-explorer.musikmph.de/en/product/wambach-emile-3/ / https://repertoire-explorer.musikmph.de/en/product/wambach-emile/