Naar Iseland, naar Iseland, naar Iseland toe… Onze Vlaamse IJslandvaarders
Naar Iseland, naar Iseland, naar Iseland toe… Onze Vlaamse IJslandvaarders
Welk thema of onderwerp moet het publiek straks zeker in het virtueel museum zien?
Stel je voor dat je op het einde van de winter, in maart, met een zeilboot vertrekt richting IJsland om er te vissen. In barre omstandigheden, want stormweer en ijsschotsen maken de reis tot een levensgevaarlijke expeditie. Alsof dat niet volstaat, kom je pas binnen een half jaar terug thuis, als de herfst alweer in het land is. Of nog erger: je ziet je vaderland nooit meer terug en blijft achter in de ijzige wateren rond IJsland. Het lijkt nu misschien onvoorstelbaar, maar voor generaties vissers langs de Westkust was het jarenlang bittere realiteit. Vooraleer de stoomschepen hun intrede deden aan het einde van de negentiende eeuw, trotseerden ze al eeuwen de IJslandse golven aan boord van grote zeilschepen. In de Noord-Franse havens van Gravelines en Duinkerke scheepten ze in op zogenaamde goélettes (of galetten in vervlaamste vorm). De Vlamingen stonden er bekend als harde en ervaren werkers. Tot aan het begin van de twintigste eeuw trokken jaarlijks tussen 100 en 200 Vlaamse vissers zo naar IJsland om hun geluk te beproeven. De kabeljauwcampagne rond IJsland besloeg zes maanden. De reis naar IJsland zelf, de traverse, duurde twee à drie weken afhankelijk van de weersomstandigheden. Het vissen op kabeljauw gebeurde met lang kollijnen die onderaan voorzien waren van een stuk lood en een vishaak. De vangst werd op een heel specifieke manier bewerkt, gezouten en luchtledig verpakt in tonnen: de visserij ten zoute. Na drie maanden van zwaar werk in gure omstandigheden, kregen de vissers een weekje rust. De galette zocht eind mei een IJslandse baai op om er vers drinkwater in te slaan en herstellingen uit te voeren. Na dat ‘baaien’ volgde het achterseizoen, dat duurde tot de kabeljauw niet meer bewaard kon worden omdat het zout op was. Na 6 maanden kon dan toch de retourtraverse ingezet worden. Eindelijk terug huiswaarts.
Welk bijzonder verhaal is gelinkt aan dit onderwerp?
Het ‘baaileven’ was voor de IJslandvaarders een kans om na 3 maanden nog eens vaste grond onder de voeten te voelen, zichzelf en hun kledij grondig te wassen en te ontspannen. Het was ook het moment voor de Vlaamse vissers om de contacten met het thuisfront aan te halen. Er lagen brieven te wachten die IJsland bereikten dankzij Franse natieschepen, en de vissers kregen van hun kant ook de kans om nieuwtjes neer te schrijven voor de achtergebleven familieleden. Op 5 juni 1880 kon de Koksijdse visser Charles Desaever vanuit IJsland goed nieuws neerschrijven: “Zeer lieve vrouwen, wy laten u weten den staet van onze gezondheyd en wy verhopen van u het zelve. Tot nu nog toe hebben wy een goed jaar gepasseerd en wy hopen dat gij thuis ook een goeden zomer zal passeren.” De voltallige bemanning van de D.29 Foi, waarop Desaever actief was als zouter, stelde het dus goed. Maar helaas was niet alles peis en vree. Het nieuws van het overlijden van Desaevers dorps- en leeftijdsgenoot Charles (Karel) Haelewyck hakte er namelijk stevig op in. Haelewyck was op 5 mei, aan boord van de Irma, gestorven en vervolgens begraven op het kerkhof voor Franse zeelieden in de IJslandse baai Fáskrúðsfjörður. Desaever bezocht het graf, en mijmerde verder in zijn brief: Ge ziet ons al te gaere gezond voortgaen en ziet, der zijn der altijd die hun leeven laten, hetzy door ongelukken of door ziekte (…). Is het niet pienelijk voor eene vrouwe van nooit meer haren man te zien of kinders hunnen vader… Haelewyck was helaas slechts één van de vele Vlaamse vissers die het leven lieten tijdens de risicovolle reizen naar IJsland. Zijn graf is vandaag nog steeds te vinden in Fáskrúðsfjörður, ver weg van zijn thuis in Koksijde.
Waarom mag dit erfgoedverhaal niet ontbreken voor ons publiek in het virtueel museum?
De heroïsche verhalen van onze Vlaamse IJslandvaarders blijven tot op de dag van vandaag tot de verbeelding spreken. Maar niet veel mensen kennen de historiek nog. Nochtans is het een treffend verhaal van harde Vlaamse werkers die wispelturige golven, zware stormen en ijzige wind trotseerden om eten op de plank te krijgen en hun gezin te onderhouden.
Is het erfgoedverhaal verbonden met de plannen van jouw organisatie in 2024 en 2025? Zo ja, waarmee dan?
In bijna alle vissersgehuchten van onze Westkust viel de kermisweek samen met de terugkeer van de IJslandvaarders. Je kon moeilijk feesten als een derde van de mannen uit het dorp nog op zee zat. In september had je zo de kermis in Adinkerke, aan de Zeepanne (Sint-Idesbald), Oostduinkerke, de Sint-Michielskermis in Nieuwpoort en die van Lombardsijde. In september 2024 staat opnieuw zo’n Visserskermis op de planning. Ditmaal niet om de IJslandvaarders terug thuis te verwelkomen, maar wel om de heropening van het volledig vernieuwde NAVIGO-Visserijmuseum feestelijk in te kleden. Bezoekers kunnen dit volksfeest combineren met een kijkje in ons nieuwe museum, waar ook de IJslandvaarders een eigen plekje krijgen.
Met welke historische periode(s) is dit erfgoedverhaal verbonden?
De oude IJslandvaart met zeilsloepen vond plaats van de 17e eeuw tot het begin van de 20ste eeuw.
Met welke plaats(en), voorwerpen of erfgoedelementen is dit erfgoedverhaal verbonden?
Plaatsen: Koksijde-Oostduinkerke, de Vlaamse Westkust, Noord-Frankrijk en IJsland Voorwerpen en erfgoedelementen: in het NAVIGO-Visserijmuseum wordt het verhaal van de IJslandvaart uit de doeken gedaan, en worden ook verschillende brieven en attributen van IJslandvissers bewaard.
Kun je enkele weblinks meegeven naar achtergrondmateriaal?
www.navigomuseum.be/nl/object-de-kijker-brieven-van-ijslandvaarders tij-dingen.be/februari-2022/bijna-alle-dorpen-van-de-westkust-viel-de-kermisweek-samen-met-de-terugkeer-van-de www.tij-dingen.be/februari-2022/wie-waren-onze-ijslandvaarders https://youtu.be/xECKEprKnL8 https://youtu.be/cr1Dy5D1gEo https://youtu.be/CWWsEaibhIY https://youtu.be/fyz61aMwT_k https://youtu.be/u0mA-42oBNw