Verslag ontwerpdag 1: het virtueel museum in de erfgoedsector
Op vrijdag 4 februari overlegden we samen met meer dan 90 deelnemers uit de hele erfgoedsector over de mogelijke wisselwerking tussen het virtueel museum en de sector. Presentaties en interactieve breakouts in kleinere groepen wisselden mekaar af, met als kern de uitkomst van een bevraging aan de sector die liep van midden november tot eind december 2021.
Deze sessie was de eerste van drie in de ontwerpdagen die departement cultuur, jeugd en media organiseerde over het virtueel museum van Vlaanderen op 4, 7 en 8 februari. Lees ook het verslag van sessie 2: gebruikersgerichte belevingsconcepten, en sessie 3: verhalen, erfgoedelementen en selectiecriteria.
We ontvingen vele positieve reacties, en we willen de deelnemers nog eens bedanken voor hun tijd, ideeën, vragen en kritische bedenkingen die dit traject mee helpen vormgeven.
Naar een virtueel museum voor de geschiedenis en cultuur van Vlaanderen: stand van zaken
In een vraaggesprek met gastvrouw Annemie Rossenbacker (Levuur) vertelt programmaleider Willem Putzeys meer over het virtueel museum, het voorbereidingstraject zoals dat tot nu toe gelopen is, en de plannen tot eind 2022, wanneer we het concept willen opleveren, samen met de plannen voor de technische realisatie en voor de organisatie die het museum zal beheren. Hieronder kan je het gesprek (her)bekijken (20 min).
Antwoorden op de uiteenlopende vragen van de deelnemers die op het gesprek volgden, kan je hier lezen.
Keynote: op zoek naar resonantie in een virtueel museum
Innovatiestrateeg Stefaan Vandist (switchrs) presenteert aan de hand van sprekende voorbeelden in vijf principes hoe een virtueel museum weerklank kan vinden bij het publiek. Hieronder kan je de keynote bekijken (20 min).
Bevraging aan de erfgoedsector: resultaten
Samen met onderzoeksbureau Indiville voerde Departement CJM in het najaar van 2021 een bevraging uit in de erfgoedsector over de positionering van het virtueel museum, over bezorgdheden en opportuniteiten, en over een mogelijke strategische wisselwerking met de organisaties van de deelnemers.
Hieronder kan je de presentatie van de resultaten door Jo Minnebo bekijken (30 min).
Lees hier het volledige rapport, en de samenvatting ervan in de begeleidende infographic.
Breakout 1 en 2: samenvatting
De deelnemers apprecieerden de openheid naar de sector in het voorbereidingstraject en hopen dat die blijft in het verdere verloop. Uit de breakouts kwamen aandachtspunten die aan bod kwamen in de vervolgsessies van de ontwerpdagen. De andere nemen we mee in de volgende fase in het traject, waarin we de technologie en de beheersorganisatie voor het virtueel museum verder uitdiepen.
Wat deelnemers is bijgebleven uit het vraaggesprek:
- De brede en dynamische invulling van de kerntermen geschiedenis, cultuur en Vlaanderen. Die laat de ruimte voor de kleine geschiedenis, voor cultuuraspecten zoals sport, design en sociale ontwikkeling, en voor minder bekend erfgoed, maar even goed voor meerstemmigheid. In sessie 3 hebben we die invulling nog verder uitgediept.
- De verbinding van erfgoed voor het publiek, over deelsectoren en instellingen heen.
Het virtueel museum kan voor het brede doelpubliek werken als het:
- De drempel verlaagt en als een stapsteen kan dienen voor het publiek naar erfgoed. Sessie 2 ging in op hoe dit aansloot bij de uitkomst van gebruikersonderzoek, en hoe de eerste concepten dit realiseren.
- De nadruk op verhalen eerder dan objecten, verhalen die vertrekken vanuit brede, herkenbare thema’s (en daardoor verbinding van erfgoed toelaten), en die de gebruikelijke associaties van het publiek met erfgoed doorbreken. Dit willen we verder uitwerken in de prototypes die we in 2022 ontwikkelen.
Het virtueel museum kan een rol spelen voor de sector als het:
- De ambitie om het publiek te verbreden waarmaakt. Een uitdaging is om de verschillende groepen in dat publiek te bereiken en begrijpen. Om dat te realiseren, hebben we al contacten gelegd met middenveldorganisaties en is er een publiekstraject in de maak.
- Effectief de weg wijst naar het erfgoed en de instellingen. Daarvoor zal het museum online breed aanwezig moeten zijn, en moeten de verhalen het publiek echt kunnen boeien. Dat veronderstelt ook dat het virtueel museum een voldoende grote diversiteit aan erfgoedelementen integreert als aanknopingspunt, geen sinecure gezien het grote aantal instellingen. Daarom zien we het virtueel als een groeiverhaal. Het zal niet vanaf dag één alle ambities waarmaken, maar het moet wel de basis bieden voor die groei.
- Een platform wordt dat ruimte biedt voor erfgoed van grote en kleine erfgoedorganisaties, waarbij de technologie geen drempel vormt voor de toegang.
- De kennis deelt die we opbouwen over b.v. storytelling formats, de technologie om die digitaal te realiseren en rechtenbeheer. Dit nemen we mee in het takenpakket van de beheersorganisatie die we in 2022 uittekenen.
- De inspanningen van de sector valoriseert om hun collecties verder te digitaliseren. Dit maakt een deel uit van de technische architectuur waarmee we gestart zijn.
Belangrijke vragen:
- Verbindende verhalen veronderstellen een redactionele inspanning. In welke mate neemt het virtueel museum die zelf voor zijn rekening? Wat is de werklast voor de erfgoedorganisaties? Wat is de impact op de beleidsplannen die in 2022 gemaakt worden? En welke middelen worden er voorzien? De antwoorden op deze vragen maken deel uit van het organisatieplan dat we dit jaar uitwerken. Dat zal mee gevoed worden door wat we leren over de redactionele inspanning uit de prototypes die we in parallel ontwikkelen.
- Zal het virtueel museum duurzaam zijn? We hebben geen kristallen bol, maar met dit voorbereidingstraject en de samenwerking met een breed netwerk willen we tot een concept en een plan komen dat die kans maximaliseert.
Als afsluiter: dekt de term “museum” de lading, verengt het dit initiatief niet? In dit innovatietraject bekijken we dit beslist.