Skip to main content
home-page
Deel op facebook
Deel op twitter
home-page
Deel op facebook
Deel op twitter

Verslag workshop prototype 1 Interactief verhaal

In dit verslag geven we een beknopte samenvatting van de workshops over prototype 1 'Interactief verhaal' tijdens de trefdag met de erfgoedsector over het virtuele museum van Vlaanderen op 21 november 2022. 

Foto trefdag workshop interactief verhaal

Wil je zelf dit prototype testen? Volg deze link!

Vraag 1: waarom heb je voor deze workshop gekozen 

  • Het verhaal centraal: de grootste waarde van het erfgoed zit in het verhaal. Verhalen grijpen aan, en die staan in dit prototype centraal. 
  • Verhalen zijn minder gevoelig voor modegrillen dan andere digitale formaten. 
  • Erfgoedbeheerders zijn steeds op zoek naar behapbare, dymamische en laagdrempelige manieren om erfgoed (digitaal) te ontsluiten. 
  • Dit prototype is voor een breed publiek toegankelijk. 
  • Dit prototype ligt het dichtste bij de collectie en de werking van een erfgoedbeheerder. 
  • Ontdekken hoe de verbinding met immaterieel erfgoed kan gemaakt worden. 
  • Dit prototype lijkt geschikter om meer beladen thematieken zoals WOI te brengen. 
  • De link met archieven is interessant (het voorbeeld van de Boekentoren in dit prototype). 
  • Ontdekken of er koppelingen met Erfgoedinzicht mogelijk zijn. 
  • De toeleiding naar verschillende instellingen in dit prototype. 

Toelichting door bouwer van het prototype 

  • Concept: bedoeling om breder te gaan dan individuele erfgoedelementen en context mee te geven van waaruit gebruiker nieuwe inzichten kan opdoen. Daarbij proberen we de informatie licht en luchtig te houden, geïnspireerd op wat bv. een gids zou vertellen. 
  • Redactieproces: start met de keuze van erfgoedelementen en het leggen van verbanden. Daarna kunnen we de scènes visualiseren en teksten schrijven, audiovisueel materiaal verzamelen en uitdagingen formuleren. 
  • Deelname erfgoedsector in proces: in de beginfase aanreiken van onderwerpen en verbanden, in een volgende fase gastredactie (schrijven en materiaal bijdragen), en uiteindelijk gastcreatie (visualisatie van scènes en samenstelling verhalen in het redacteursplatform). 
  • Rol van het virtueel museum in het proces (zie ook presentatie over het redactioneel groeipad): in de beginfase werkt het eigen redactieteam met de sector om onderwerpen en verwijzingen te verzamelen. Dat team gebruikt de keuzecriteria in het selectiekader om een representatieve vertegenwoordiging van soorten erfgoed/plaatsen/cultuuraspecten/periodes te garanderen. Het team staat in voor visualisatie, schrijven en beheer in het redacteursplatform. In een volgende fase werkt het team samen met gastredacteurs. Wanneer er een voldoende kritische massa aan diverse verhalen is, kunnen we met gastcreatie starten, waarbij erfgoedbeheerders grotere verhalen kunnen uitwerken. 
  • Vaststellingen uit gebruikerstesten met mensen die niet zo met erfgoed bekend zijn: we kunnen niet uitgaan van een bepaalde basiskennis. Niet veel deelnemers kenden bv. de Boekentoren. 

Vraag 2: hoe of waarom is dit prototype interessant om verhalen/content van jouw organisatie/instelling binnen het Virtueel Museum te delen? 

Sterktes: 

  • Lijkt toegankelijk voor verschillende doelgroepen. 
  • Laat verbindingen toe tussen verschillende plaatsen en soorten erfgoed. O.a. erfgoedcellen zien de mogelijkheid linken met lokaal erfgoed aan te brengen. 
  • Biedt ook zichtbaarheid aan 'saaier' en minder bekend erfgoed, of aan delen ervan die nu niet getoond worden, zoals pagina's in een manuscript. 
  • Vertrekt vanuit de realiteit. 
  • Flexibel formaat. 
  • Herkenbare manier van voorstellen, o.a. voor musea, sluit aan bij tentoonstellingen. 
  • Sterke illustraties. Mogelijkheid om hedendaagse illustratoren te betrekken. 
  • Meerwaarde op de ontsluiting van de digitale basiscontent in eigen collecties of ondergebracht bij bv. meemoo. 
  • Werkt over deelsectoren heen, en biedt plaats aan zowel collectiebeherende als dienstverlenende organisaties. 
  • Kanaal om ook verhalen aan te bieden die buiten wetenschappelijke publicaties vallen. 
  • Laat een breed publiek kennismaken met erfgoed en leidt hen ernaartoe, zonder de verhalen van de instellingen zelf over te nemen. 

Vragen en aandachtspunten: 

  • Hoe verloopt redactie en hoe kunnen erfgoedbeheerders daaraan deelnemen (zie toelichting van de bouwer hierboven). 
  • Aansluiting bij het dagelijkse leven van het publiek door herkenbare elementen toe te voegen, cf. Kunstuur. 
  • Risico op verdwalen. Herkenbaar begin- en eindpunt voorzien. 
  • Risico op voorspelbaarheid van de zoektocht. 
  • Relevantie van links tussen erfgoed goed bewaken. 

Vraag 3: kan je dit format voor je eigen (publieks)werking inzetten? 

Sterktes: 

  • Alle deelnemers bevestigen de bruikbaarheid. 
  • Referenties over collecties heen is daarbij een voordeel. 
  • Zeker voor collectiebeherende instellingen. Erfgoedcellen zullen eerder helpen verwijzen. 
  • Formaat dat voor een brede doelgroep kan werken. Genereert aha-momenten, ook bij erfgoedprofessionals en -liefhebbers. 

Vragen en aandachtspunten: 

  • Opnieuw vragen over de redactie en hoe erfgoedbeheerders daaraan kunnen deelnemen (zie toelichting bouwer hoger). 

 

Deel op facebook
Deel op twitter