Schittert jouw verhaal straks in het virtueel museum?
Schittert jouw verhaal straks in het virtueel museum?
Op 12 maart 2024 lanceerden we FAAM, het virtuele museum van Vlaanderen, met verhalen die voortbouwden op voorstellen van vele erfgoedcollega's. Wil je jouw cultureel erfgoed laten schitteren in het museum? Bezorg ons dan jouw voorstel via het formulier hieronder.
Deze verhalen werden reeds ingediend
Werkstation Biekorfstraat - Panamarenko (1940-2019)
Panamarenko was kunstenaar, uitvinder, technieker, wiskundige, filosoof en visionair. En dat alles tegelijk. Hij maakte zeppelins, vliegende rugzakken, helikopters met pedalen, onderzeeërs, ruimteschepen en wandelende kippen, en groeide uit tot een icoon van de naoorlogse avant-gardekunst. Zijn werk is internationaal bekend. Dat het grootste deel van zijn oeuvre tot stand kwam in zijn atelier in Antwerpen, waar hij ook meer dan 30 jaar woonde, is minder geweten. In 2007 schonk de kunstenaar het pand en de inboedel aan de Vlaamse Gemeenschap en het wordt sindsdien beheerd door het M HKA. Het huis zelf groeide – na ingrepen door Panamarenko en kunstenaar-architect Luc Deleu – uit tot een totaalkunstwerk en een monument, met als ultieme bekroning een helikopterplatform op het dak. Met de schat aan erfgoed die er bewaard wordt – van gebruiksvoorwerpen, fotoalbums en inspiratiebronnen, tot ontwerptekeningen, prototypes en multipels – komt het magische universum van Panamarenko er tot leven.
Dierenschilders in de context van een nijvere burgerlijke stad
De Kortrijkse dierenschilders
Belevingstentoonstelling Zusters van St-Jozef
De voorbije vier eeuwen waren de Zusters van Sint-Jozef actief in het onderwijs, de geestelijke gezondheidszorg, de ouderenzorg en pastorale activiteiten. Bezield door de durf en ijver van hun stichter Jean-Pierre Médaille durfden ze het aan om landsgrenzen en zelfs oceanen over te steken.
Deze interactieve tentoonstelling laat je kennismaken met de geschiedenis en het gedachtengoed van de Zusters van Sint-Jozef.
De engel van "Passchendaele"
De Slag bij Passendale (1917) is een synoniem voor de ergste ontberingen van de Eerste Wereldoorlog, maar ook voor de waanzin en zinloosheid van vele gevechten. In honderd dagen werden naar schatting 600.000 soldaten gewond, gedood of vermist. Het resultaat was een frontlijn die zich slechts enkele kilometers verplaatste. Tijdens en na de oorlog verspreidde het woord "Passchendaele" en zijn beladen connotatie zich over de hele wereld.
De Onze Lieve Vrouw van Gratie, een Italiaans mirakelicoon in Herentals
Het internationale karakter dat de Nederlanden reeds vanaf de vroege middeleeuwen tentoon spreiden.
De garnaalvisserij te paard in Oostduinkerke
Het blijft een prachtig zicht: die geel geklede vissers, gezeten op Brabantse trekpaarden, die vol vertrouwen het groengrijze water van de Noordzee doorploegen om grijze garnalen te vangen. De garnaalvisserij te paard is een eeuwenoud ambacht waarbij met behulp van een Belgisch trekpaard op garnalen gevist wordt. dat Het is een traditie die nauw verbonden is met de natuur en afhankelijk is van de elementen en het getij. Het is een sprekend voorbeeld van een dynamische en duurzame omgang met natuur en cultuur die wordt doorgegeven van generatie op generatie. Twaalf families (en 15 erkende garnaalvissers te paard) in Oostduinkerke zijn actief in de garnaalvisserij. Dit immaterieel erfgoed is echter van belang voor de hele gemeenschap van Oostduinkerke en Koksijde, die de garnaalvisserij te paard als belangrijk voor hun identiteit beschouwen. De vissers gaan een paar keer per week met paard en net de zee in, behalve in de wintermaanden. Het vissen duurt zo’n drie uur: anderhalf uur voor tot anderhalf uur na laagtij. Het paard stapt tot aan de borst door het water, parallel met de kust. Men gebruikt een trechtervormig net (7 x 10 meter) dat door twee zijdelingse planken wordt opengehouden. Gezien dit net een enorme trekkracht vergt, worden hiervoor Brabantse trekpaarden ingezet. Een ketting sleept over het zand en veroorzaakt schokgolven waardoor de garnalen opspringen en in het net terechtkomen. Om het half uur wordt het vissen onderbroken om terug naar het strand te gaan, het net te legen en de vangst te zeven. De garnaaltjes komen terecht in de korven die langs weerzijden van het paard hangen. Na het vissen worden de garnalen gekookt in zoet water.
'Het Rood Komplot van 1940-1950'. Toekomstvisies en propaganda rond de Koningskwestie in de literatuur en populaire cultuur
In februari 1950 verschijnt de brochure 'Komplot gezien door een historicus in ’t jaar 2200' samen met de Franstalige versie. De auteur is de West-Vlaamse liberale politicus Hilaire Lahaye, die hiermee in volle Koningskwestie een origineel pamflet ten voordele van Leopold III verspreidt. In de futuristische novelle werkt een historicus in het jaar 2200 aan een studie over een bijzondere episode uit de twintigste eeuw. Hij moet werken op basis van boeken en fragmenten van historische krantencollecties die de Derde Wereldoorlog hadden overleefd. Nu burgers zich met raketten verplaatsen en hun vakantie op de maan doorbrengen, wil hij achterhalen hoe het in 1940-1950 zover kon komen dat communisten en socialisten een republikeins complot beraamden tegen de Belgische monarchie via de koningskwestie. Uiteindelijk bracht een volksraadpleging in Lahayes toekomstbeeld rust en orde met de terugkeer van Leopold III. Dit fictieve einde bleek veel te optimistisch.
Vakantiekolonies aan de Belgische kust. Honderdduizenden kinderen zagen dankzij de vakantiekolonies voor het eerst de zee, in de tijd dat op vakantie gaan nog niet vanzelfsprekend was.
Evolutie gezondheid en hygiëne
Tattoos, niet meer weg te denken uit ons straatbeeld, een ambacht met een rijke geschiedenis over heel de wereld maar ook vlaanderen heeft een geschiedenis
Het tattoothema, hoe het in vlaanderen geevolueerd is, de geschiedenis, het hoe en waarom, de ambacht vroeger en nu
Le Phoenix: de eerste moderne metaalfabriek van Vlaanderen
Gent is vandaag alom gekend om haar roemrijke textielverleden. Niet voor niets kreeg ze de bijnaam ‘Manchester van het vasteland’. Maar katoen was niet het enige dat er de industriële revolutie van de 19e eeuw aandreef. Wie weet nog dat samen met die spinnerijen en weverijen ook metaalfabrieken in de Arteveldestad floreerden? Dat is een veel minder bekend stukje Gentse geschiedenis. Le Phoenix, Carels, Van den Kerchove, ABC … vooral de Gentse machinebouwers stonden in de 19e eeuw met hun stoommachines en motoren aan de top van de Vlaamse en zelfs Europese machinebouw! Van Vlaanderen over Roemenië, Rusland en Belgisch Congo: Gentse machines dreven wereldwijd talloze fabrieken aan. Is het dan verwonderlijk dat Rudolf Diesel in 1894 de allereerste licentie om zijn befaamde Dieselmotor te produceren aan het Gentse bedrijf Carels gaf?
Hasseltse speculaas. Feit en fictie
Over Hasseltse speculaas worden er diverse ontstaansverhalen verteld. Maar zijn het alleen stadslegendes of zit er toch een grond van waarheid in de verhalen? Eén van de verhalen geeft een duidelijke binding met de voormalige Abdij van Herckenrode en geeft ons tevens een beeld van hoe materieel en immaterieel erfgoed met elkaar verbonden kunnen zijn!
De keizer komt!
Vlaanderen is ontstaan vanuit de kuststreek en was in de 10de eeuw beperkt tot de linkeroever van de Schelde tot het midden van de 11de eeuw. Aan de andere kant van de Schelde bevond zich immers het Heilig Roomse Rijk, het keizerrijk dat reikte tot het zuiden van Italië en het noorden van Duitsland. Vanaf 994 ontstaan er politieke spanningen tussen de graaf van Vlaanderen en de Duitse keizer, en worden in de handelsnederzetting Ename aan de Schelde belangrijke investeringen gedaan in de versterking en uitbouw van de handelsactiviteiten. Ook wordt een nieuwe kerk gebouwd, toegewijd aan de Italiaanse martelaar Sint-Laurentius, de patroonheilige van de Ottoonse dynastie die het Heilig Roomse Rijk bestuurde. Deze kerk is vandaag uitzonderlijk goed bewaard en gerestaureerd na grondig archeologisch en bouwkundig onderzoek.
De hersenen van Guido Gezelle
De taalvirtuoos Guido Gezelle, van wie het archief bewaard wordt in de Openbare Bibliotheek Brugge. Gezelles papieren erfenis was zeer uitgebreid en divers. Er zijn boeken met aanstrepingen en notities, poëziehandschriften met toevoegingen en verbeteringen van de dichter, duizenden brieven die getuigen van zijn enorme werkkracht, relicten zoals bidprentjes, diploma’s, foto’s en andere bijzondere objecten. Op het online belevingsplatform gezelle.be zijn tal van verhalen uitgewerkt die de veelzijdigheid van Gezelle tonen. Waarom had Gezelle een tomahawk en was hij gefascineerd door indianen ? Wie was Lady Smith, de mysterieuze buurvrouw van Gezelle ? Had Gezelle een uitzonderlijk brein ? Waarom werden de messen geslepen in aanloop naar het Gezelles eeuwfeest in Brugge? Elk van deze verhalen kan gelinkt worden aan één of meerdere plaatsen in Vlaanderen.
Emile Wambach (Aarlen, 1854 - Antwerpen, 1924): oorlogscomponist en gecontesteerd conservatoriumdirecteur
De oprichting in 1867 van de Vlaamsche Muziekschool met de jonge componist-dirigent Peter Benoit (1834-1901) aan het hoofd, is van grote betekenis voor de Vlaamse cultuurgeschiedenis. De school - vanaf 1897 Koninklijk Vlaams Conservatorium - was de eerste instelling waar jongens en meisjes in het Nederlands een hogere opleiding muziek en toneel konden volgen. Sindsdien zijn er vele generaties musici, componisten, acteurs, woordkunstenaars en later ook dansers afgestudeerd, die het Vlaamse cultuurleven kleur(d)en. Uit het Antwerps Conservatorium ontstonden ook het kunstencentrum deSingel en de instrumentencollectie van het Museum Vleeshuis. In 1867 aanvaardde Peter Benoit het directeurschap van de Antwerpse Ecole de Musique op voorwaarde dat hij deze school onder de naam Vlaamsche Muziekschool van Antwerpen kon inschakelen in de Vlaamse muziekbeweging. Benoits visie op muziek, zijnde de inschakeling ervan in de V.B., lokte heel wat tegenstand uit. Ook het belang dat hij hechtte aan de nationaal-culturele aspecten van de opleiding, contrasteerde sterk met de uitsluitend technisch-muzicale accenten in de opleiding aan de traditionele conservatoria. Vandaar dat de school pas door het Koninklijk Besluit van 28 juni 1898 erkend werd als 'Koninklijk'. Meteen werd het Koninklijk Vlaams Conservatorium de eerste Belgische instelling van hoger onderwijs waar het Nederlands de officiële voertaal was. Het mocht dan ook het predikaat 'Vlaams' als een voorrecht in zijn naam bewaren. Geïnspireerd door Duitse voorbeelden ontwierp Benoit als eerste directeur een eigen Algemeen Leerplan dat hij in 1900 publiceerde, maar dat nooit volledig toegepast werd. Het voorzag onder meer in drie afdelingen: een voorbereidende afdeling, een conservatoriumafdeling en een hogeschool. Onder de opvolgers van Benoit als directeurs, namelijk Jan Blockx (1901-1912), Emiel Wambach (1912-1924), Lodewijk Mortelmans (1924-1933), Flor Alpaerts (1933-1941), Jef van Hoof (1942-1944), Lodewijk de Vocht (1944-1952), Flor Peeters (1952-1968), Eugène Traey (1968-1980), Kamiel Cooremans (1980-1991) en Michaël Scheck (1991-1995) bleef het Koninklijk Vlaams Conservatorium steeds een van de belangrijkste centra van de Vlaamse muziek. Toch had het vaak met tegenwerking af te rekenen. Zo werden eerst in 1922 de bezoldigingen van de leraars gelijkgesteld met die van de andere koninklijke conservatoria. Ook zou het tot in 1968 duren eer het gebouw aan de Sint-Jacobsmarkt dat in 1886 als 'voorlopig' onderkomen aan de school was toegewezen, kon geruild worden voor het nieuwe gebouwencomplex dat onder de benaming de Singel aan de voormalige Wezenberg werd opgetrokken. De bibliotheek waarvan de grondslag in 1874 werd gelegd, mede door schenkingen en legaten, is uitgegroeid tot een der belangrijkste in het land; zij bevat onder andere meer dan tienduizend handschriften van Belgische en vooral Vlaamse componisten. De concertvereniging van het Koninklijk Vlaams Conservatorium die in feite teruggaat tot 1881 maar die, na heel wat hoogten en laagten, werd heropgestart in 1935, schenkt geregeld aandacht aan het werk van Vlaamse toondichters uit heden en verleden. Verschillende belangrijke verenigingen waaronder de Koninklijke Vereni
Het ultimatum van Duitse Generaal Max Ferdinand Karl von Boehn
De beleving van de Eerste Wereldoorlog in Vlaanderen en de Duitse bezetting. De rol van de Vlaamse Martelaarsteden: Aarschot, Leuven, Dendermonde.
Het Prinsenkasteel in Grimbergen
Het Prinsenkasteel in Grimbergen is een kasteelruïne die deel uitmaakt van de afdeling Guldendal van het MOT. In 2024 starten er met de steun van Vlaanderen dringende instandhoudingswerken. Enkel de donjon is nog vrij intact bewaard en biedt plaats aan de tentoonstelling Steigers en steen. Bouwen aan het Prinsenkasteel. De andere vleugels van de eens zo imposante waterburcht zijn na de brand, aangestoken bij het vertrek van de Duitse bezetters in september 1944, vervallen en uiteindelijk ingestort. Het MOT is een museum rond technieken met natuurlijke aandrijving: wind, water en spieren. Het hoofdgebouw is het Guldendal, de voormalige paardenstallen van het Prinsenkasteel. Hier is er een tentoonstelling rond de houtbewerking. Buiten is er een smidse waar smeeddemonstraties plaatsvinden en een hoefstal waar zware trekpaarden worden beslaan. Op het nabijgelegen kasteeleiland heeft het MOT grote plannen om in en rond de donjon te werken rond historische bouwtechnieken.
Het politieke en maatschappelijke debat rond het milieu in de jaren 1970
'Energie en democratie'. Het politieke en maatschappelijke debat rond het milieu in de jaren 1970
Een sterke band met Sint-Gummarus
Aan de verering van de H. Gummarus zijn bijzondere tradities verbonden. Jaarlijks laten gelovigen de band van de H. Gummarus op hun schouders leggen. Het zilveren schrijn met de relieken van de heilige, draagt men in processie rond door de stad. Verschillende Lierse gemeenschappen verbinden zich aan de H. Gummarus en houden deze traditie in ere.
De eerste mensen in Vlaanderen
De tot nog toe oudste sporen van menselijke aanwezigheid in het gebied dat we tegenwoordig het Vlaamse gewest noemen zijn minstens 400000 jaar, maximaal 500000 (een half miljoen) jaar oud. Het gaat om silex (vuurstenen) werktuigen gemaakt door Heidelbergmensen (Homo heidelbergensis). Heidelbergmensen waren de voorouders van zowel de neanderthaler (Homo neanderthalensis) als van de moderne mens (Homo sapiens). De Heidelbergmens was 700000 à 500000 jaar geleden de eerste mensensoort die Europa ten noorden van de Alpen en de Pyreneeën koloniseerde. Het is dus mogelijk dat er in de Vlaamse ondergrond nog oudere resten op ontdekking wachten. In onze gewesten bevinden archeologische sites uit die tijd zich immers zeer diep onder de grond. Dat komt omdat ze tijdens de ijstijden begraven zijn onder metersdikke zand- of leemafzettingen. Ze komen daarom slechts bij toeval aan het licht onderin metersdiepe zand- of leemgroeves. Tussen 300000 en 200000 jaar geleden evolueerden de Heidelbergmensen ongeveer gelijktijdig in Europa tot neanderthalers en in Afrika tot moderne mensen.
Amanakwa en Sitoua: de adoptie van twee Congolese meisjes
Kolonisatie - dekolonisatie: Wijzigende opvattingen over relatie met de (ex)kolonie en kolonisatiemodel. Adaptatie vs. assimilatie?
Hendrik van Veldeke, een grensgeval?
Is Hendrik van Veldeke (tweede helft 12de eeuw) een Vlaming, Nederlander of Duitser? Hij wordt algemeen beschouwd als de eerste Nederlandse schrijver Omdat het grootste deel van zijn werk in Duitse handschriften is bewaard gebleven, wordt hij in de Duitse en de Nederlandse literatuurgeschiedenis ingelijfd, wat heftige polemieken uitlokte. Recent wetenschappelijk onderzoek laat uitschijnen dat deze discussies onterecht uitgaat van moderne landsgrenzen.
Hendrik van Veldeke is een Limburger maar vooral een ‘Europeaan avant la lettre’. Hij werd geboren in Spalbeek (Hasselt) en werkte vermoedelijk in dienst van de graven van Loon. Hij is geen lokale dorpsdichter, maar een geleerde clericus met een brede ‘Europese’ blik. Hij functioneert binnen een literair netwerk rond het hof van de Duitse keizer Frederik Barbarossa en zijn zoon Hendrik VI. Hij werkt binnen het Duitse Rijk waartoe het graafschap Loon (het huidige Belgisch Limburg) behoort.