Schittert jouw verhaal straks in het virtueel museum?
Schittert jouw verhaal straks in het virtueel museum?
In 2024 lanceren we het Virtueel museum van Vlaanderen. Wil je jouw cultureel erfgoed laten schitteren in het museum? Bezorg ons dan jouw erfgoedverhaal voor 28 februari 2023 via het formulier hieronder.
Deze verhalen werden reeds ingediend
Pioniers in het Waasland
Ondernemingszin en politiek engagement. De stempel die geestelijke ordes drukten op de middeleeuwse samenleving is niet alleen van religieuze aard.
De hoed en Majoor Kopaf
Een archief bewaart zeker niet enkel papieren archief, integendeel ook objecten maken deel uit van onze erfgoedverzameling en zijn een verrijking van onze collectie.
Een sterke band met Sint-Gummarus
Aan de verering van de H. Gummarus zijn bijzondere tradities verbonden. Jaarlijks laten gelovigen de band van de H. Gummarus op hun schouders leggen. Het zilveren schrijn met de relieken van de heilige, draagt men in processie rond door de stad. Verschillende Lierse gemeenschappen verbinden zich aan de H. Gummarus en houden deze traditie in ere.
Antonia Engelen, vrome vrouw, begijn
Begijnen zijn vrouwen die sinds de 13de eeuw een gemeenschap vormen waarin ze zelfbewust samenleven. In hun zoektocht naar een veilige geaccepteerde woonvorm en een manier om hun vrouwelijke spiritualiteit te beleven ontstaan de begijnhoven. Ze bloeien vooral in de Lage Landen. Vandaag vormen deze plekken nog steeds eilandjes in het stedelijke weefsel die getuigen van de fascinerende traditie van de begijnen.
Parels en pailletten
Lierse kant is handborduurwerk op machinaal geweven tule. De tule is opgespannen op een raam. De katoenen draad wordt met een haaknaald via kettingsteken op de tule geborduurd. Deze Lierse kant wordt over heel Europa en zelfs naar Amerika uitgevoerd. Vooral de variant met parels en pailletten die verwerkt worden in luxueuze handtassen en avondjurken kent een groot succes.
Paling vissen op het getij van de rivier
Over vissen met boten op een rivier zijn weinig verhalen bekend of neergeschreven. Helemaal bijzonder wordt het wanneer die boten niet voortgedreven werden met een zeil, roeispaan of motor maar varen op het getij. Veertig jaar geleden werd deze traditie gerecupereerd als toeristische trekpleister in de stad Lier.
Het receptenboek van apothecaresse Eleonora Verbeke
Eleonora Verbeke, zuster-apothekeres in het Sint-Janshospitaal, speelde een belangrijke rol in het aanleggen van een zogenaamd ‘Winckel Bouck’. In dit werkboek, dat start in 1751, worden allerlei recepten voor geneeskundige bereidingen beschreven, maar ook voor alledaagse zoete recepten. Het boek is geschreven in het Nederlands met een sterke Brugse inslag. De recepten zijn opgetekend in een relatief makkelijk leesbaar handschrift en zelfs de Latijnse woorden krijgen een Brugs accent. Het document is dan ook heel interessant om de volksbenaming van allerhande kruiden te kennen. Het geeft ook een overzicht van zowel de meest gebruikte medicinale bereidingen als de meest voorkomende aandoeningen vanaf midden achttiende eeuw in het Brugse Sint-Janshospitaal.
Een unieke inkijk in een 18de-eeuws hospitaal
Het Sint-Janshospitaal in Brugge is één van de oudst bewaarde hospitaalgebouwen van Europa. De oude hospitaalzalen, de kapel, het zuster- en broederklooster, de historische apotheek ademen gewoonweg geschiedenis en de (kunst)voorwerpen die er worden bewaard en getoond, zijn specifiek gemaakt voor deze context. Ze getuigen van acht eeuwen zorg voor lichaam en ziel op deze plek. Het schilderij 'Zicht in de ziekenzalen' (1778) van Jan Beerblock biedt een unieke kijk in het vroegere hospitaalleven.
De engel van "Passchendaele"
De Slag bij Passendale (1917) is een synoniem voor de ergste ontberingen van de Eerste Wereldoorlog, maar ook voor de waanzin en zinloosheid van vele gevechten. In honderd dagen werden naar schatting 600.000 soldaten gewond, gedood of vermist. Het resultaat was een frontlijn die zich slechts enkele kilometers verplaatste. Tijdens en na de oorlog verspreidde het woord "Passchendaele" en zijn beladen connotatie zich over de hele wereld.
Zijn rugzak redde zijn leven
De Eerste Wereldoorlog, in het bijzonder de Slag bij Passendale, 1917.
De Mechelse catechismus. Geloofsonderricht voor het volk.
De Mechelse catechismus is een in de kerkprovincie Mechelen officieel door de bisschoppen uitgevaardigde samenvatting van de kerkelijke leer. Sinds de oprichting van het bisdom en de kerkprovincie Mechelen in 1559 werden er vier 'Mechelse' catechismussen uitgevaardigd. We willen de aandacht vestigen op de tweede Mechelse catechismus, getiteld "Catechismus oft Christelijcke leeringhe ghedeylt in vyf deelen ende een en veertigh lessen voor de catholycke Jonkheydt van het Aartschbisdom ende alle andere Bisdommen der Provincie van Mechelen". De eerste uitgave verscheen te Antwerpen bij Jan van Keerbergen in 1623. In KU Leuven Bibliotheken Maurits Sabbebibliotheek bevindt zich een exemplaar van deze eerste editie uit de collectie van de voormalige Oude Bibliotheek van het Grootseminarie Mechelen. Het exemplaar behoorde toe aan Jan Malderus, bisschop van Antwerpen van 1611 tot 1633, en bevat ook een aantekening van zijn hand. Jan Malderus heeft samen met de jezuïet Willem de Pretere, zijn biechtvader en eerste catechist, een groot aandeel gehad in de redactie van deze catechismus. De catechismus van 1623 kende veel herdrukken en bleef meer dan twee eeuwen lang (tot 1842) de eenheidscatechismus van de Mechelse kerkprovincie. Het is één van de meest invloedrijke boeken van het vroegmoderne Vlaanderen.
Sint-Bavo en de valkerij in de Vlaanderen
Valkerij is zowel in Vlaanderen als door UNESCO erkend als immaterieel cultureel erfgoed. In de periode van de gulden middeleeuwen, onder het bewind van de Bourgondiërs kende de valkerij in de Nederlanden een hoogconjunctuur. De bekendste figuur was Maria Van Bourgondië, toen vorstin van de Nederlanden, welke op 27 maart 1482 verongelukte tijdens een reigerjacht met valk te Torhout. Ze ligt begraven in de O.L.V. Kerk te Brugge. Elk jaar, op de eerste zondag van oktober vieren valkeniers de naamdag van hun patroonheilige Sint-Bavo in de Sint-Baafskathedraal te Gent welke tevens patroonheilige is van het bisdom Gent.
De Stiene Steekers zijn een groep vrouwen die de oude traditie van het garnaalvissen in ere herstellen. Wij gaan te voet in zee, bij laagwater, met een steeknet met een steek
garnaalstoet , laatste zondag van juni in Oostduinkerke
Het kalf van Catho
In 1914 werd er in één van de 20 staatsboerderijen in Lommel-Kolonie – bewoond door Hendrikus Poelmans (°Lommel 23/12/1856 en +Lommel 02/11/1918) en Catharina (Catho) Claes °Lommel 10/09/1879 en +Munsterbilzen 17/06/1961) - een kalf met twee koppen geboren. Omdat dit zo een unieke gebeurtenis was, werd het dier opgezet en werd het een rariteit waar de inwoners van het gehucht nieuwsgierig naar kwamen kijken. Uit de Gazet van Lommel 2de jaargang, nr. 14 Zondag 5 april 1914 Pagina 2 Provincienieuws Colonie “Bij den pachter Poelmans alhier, is deze week een wonderkalf geboren, hebbende twee koppen gansch volmaakt. Spijtig dat het dier niet levend is kunnen geboren worden; de vaars ook is moeten afgemaakt worden”.
Een muntenweegschaaltje van textielteut Franciscus Damen
Handel en wandel van de 'teuten'. Teuten waren rondtrekkende kooplieden en ambachtslui, die actief geweest zijn van het einde van de 15de - begin 16de eeuw tot het einde van de 19de - begin 20ste eeuw. Ze wisselden een zwaar handelsseizoen buiten de eigen streek af met een periode van rust en ontspanning in huiselijke kring. Vanuit Belgisch Noord-Limburg en een klein stukje van Nederlands Noord-Brabant strekte hun handelsterrein zich uit over half Europa: Nederland, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en zelfs Denemarken. Ze verdienden de kost met het snijden van hengsten en andere dieren, met ketellappen en met de verkoop van koperwaar, aardewerk, textiel en pruikenhaar. Ze onderscheidden zich van verwante (leurders-)groepen enerzijds door hun zeer strikte organisatie in grote of kleine compagnieën - al dan niet met hiërarchische taakverdeling, soms bij reglement of notarieel contract vastgelegd -, en anderzijds door het feit dat ze als enigen een beperkt krediet verleenden aan hun klanten. Op het einde van de 19de – begin 20ste eeuw kwam er, na meer dan vier eeuwen, een abrupt einde aan de teutenhandel.
Dierenschilders in de context van een nijvere burgerlijke stad
De Kortrijkse dierenschilders
De eerste klavecimbelbouwers in de Lage Landen
Gegraveerde rolsteen uit een ver verleden
De rolsteen is een kwartsitische zandsteen die door een prehistorische jager-verzamelaar op het einde van de laatste ijstijd werd opgeraapt op een plek waar grind van het Kempisch Plateau dagzoomde. Hij maakte er tien groeven in, twee groepjes van vijf, en vulde ze op met een rode kleurstof. Hij verloor de steen of hij liet de steen bewust achter op de plaats die we nu kennen als de Maatheide in Lommel. Op die plaats kampeerden in die periode herhaaldelijk jager-verzamelaars op een hoge en droge zandrug aan de oever van een meertje. Het waren kolonisten, want het waren de eerste moderne mensen (homo sapiens) die in de Kempen rondzwierven.